Verkiezingsblog #13: Op naar de regio!
Wopke Hoekstra in Thialf, Rob Jetten in een Bossche sportschool, Thierry Baudet op Urk. Rond verkiezingstijd slaan diverse Haagse politici hun vleugels uit door bezoeken aan “de regio” te brengen. Om te kijken wat er speelt, om in gesprek te gaan met betrokkenen, maar ook om hun achterban te mobiliseren. Er kan immers weer worden gestemd op 17 maart. En dat gaat wel ergens over: het coronabeleid en vooral de uitvoering daarvan, de woningschaarste, het klimaat en de stikstofreductie; om maar eens een aantal grote thema’s te noemen. Complexe thema’s die bestuurlijk vaak “meerlagig” zijn.
Vormgeving van regionaal bestuur
De regio, en het aanverwante verschijnsel regionalisering, zijn hot. Simpel gezegd betekent regionalisering een meer regionaal en lokaal georiënteerde samenleving en economie. Op die manier kunnen werkgelegenheid en sociale zekerheid worden ontwikkeld en beschermd. Maar ook als het gaat om natuur en milieu is de regio onmisbaar: denk bijvoorbeeld aan de aanpak van het klimaatprobleem. Op (inter-)nationaal niveau worden doelen geformuleerd en afspraken gemaakt, zoals in het klimaatakkoord van Parijs. De uitvoering ligt echter op een heel ander niveau: lokaal, door burgers zelf. Bovendien ervaren burgers de meeste nabijheid van de lokale overheid. Een van de argumenten rondom de decentralisaties in het sociaal domein. Regionalisering betekent ook het toepassen van het subsidiariteitsbeginsel: overheidsbesluiten zo dicht mogelijk bij de burger laten plaatsvinden.
Maar de regio is nog geen remedie voor alle bestuurlijke problemen en oplossingen. De provincie wordt vaak als te groot en afstandelijk ervaren. Gemeenten ziet men daarentegen als dichtbij en herkenbaar, maar zijn onderling erg divers: van grote steden tot dorpen op het platteland, met verschillende problematiek. En dan is er nog een tussenvorm zoals de Veiligheidsregio of andere samenwerkingsverbanden die zijn vormgegeven in een gemeenschappelijke regeling. Een aandachtspunt daar is de getrapte democratische legitimatie. Er lijkt dus behoefte aan een extra verdieping in het huis van Thorbecke. Een die doelmatig is, maar ook democratisch, dichtbij de mensen. Die verbouwing vraagt om bestuurlijke vernieuwing.
Standpunten politieke partijen
Op nationaal niveau krijgt de regio meer aandacht, ook in verkiezingstijd. Daar is wat te doen, en er valt wat te halen. Versterking van de regionale component was ook een aandachtspunt van de Staatscommissie Remkes in 2018. De commissie stelde een aanpassing van het huidige kiesstelsel voor zodat de persoonlijke en regionale component beter naar voren zou komen bij de Tweede Kamerverkiezingen. De voorgestelde wijziging houdt een verzwaring in van de persoonsstem ten opzichte van de huidige situatie. Kiezers kunnen hun stem uitbrengen op een kandidatenlijst als geheel, of op een individuele kandidaat. Wanneer een kiezer de regionale dimensie doorslaggevend acht bij het stemmen, kan dit dus worden geuit in een stem op een individuele kandidaat.
Het CDA wijdt in zijn verkiezingsprogramma maar liefst een heel hoofdstuk aan de regio. Opvallend is het voorstel voor een minister voor Regionale Ontwikkeling, die samen met provincies en gemeenten een nationaal Programma voor de Toekomst van de Regio moet ontwikkelen. Ook interessant is het idee van het actieve spreidingsbeleid, waardoor rijksambtenaren deels in Den Haag en deels in de regio kunnen werken. De partij pleit verder voor de invoering van een nieuw regionaal kiesstelsel. 100 van de 150 Kamerleden worden dan op regionaal niveau gekozen in verschillende kiesdistricten, de overige 50 kandidaten worden via landelijke lijsten gekozen. Het aantal te verdelen Kamerzetels per district is afhankelijk van het aantal inwoners. Volgens het CDA richten volksvertegenwoordigers zich dan automatisch meer op de regio in het algemeen en hun eigen regio in het bijzonder.
Het programma van de VVD kent eveneens veel aandacht voor de regio. Of het nu gaat om het bestrijden van criminaliteit, het inrichten van zorg en onderwijs of het maken van regionale afspraken over woningbouw. Maar ook als het gaat om besluitvorming en bestuurlijke vernieuwing. De partij stelt voor om ook bij gemeenten, provincies en waterschappen tussentijdse verkiezingen mogelijk te maken. Gemeentelijke herindelingen zouden alleen lokaal en landelijk moeten worden goedgekeurd als de inwoners van een gemeente in meerderheid voor zijn.
In tegenstelling tot dat van de VVD, komt in het partijprogramma van de PVV komt het woord “regio” of “regionalisering” niet voor. Wel stelt de partij in het kader van de bestuurlijke vernieuwing een gekozen burgemeester voor. Een onderwerp dat ook D66 nauw aan het hart ligt. Die partij spreekt in haar programma over een nieuw kiesstelsel en pleit voor dezelfde variant als de Staatscommissie Remkes voorstelde. Tevens stelt D66 dat de groeiende verantwoordelijkheid van gemeenten vraagt om nieuwe democratische instrumenten. Bijvoorbeeld het bindend correctief referendum op regionaal en lokaal niveau, het afschaffen van de geborgde zetels bij waterschappen en aandacht voor participatietrajecten.
Met de leus “stem Nederland terug” zou je verwachten dat er wel wat aandacht is voor de regio in het programma van Forum voor Democratie. Dat is ook zo, mede gericht op het buitenland. Het gaat dan om thema’s als asielopvang in de regio en noodhulp aan de regio in plaats van ontwikkelingshulp. Forum legt ook de link tussen decentralisatie en “de menselijke maat”. Door bijvoorbeeld te pleiten voor kleinschalige regionaal georganiseerde zorg en de invoering van een gekozen burgemeester. Maar ook door gemeenten meer ruimte te willen geven om binnen de eigen verantwoordelijkheid keuzes te maken, ook wanneer dat leidt tot verschillen tussen gemeenten. Op die manier is meer maatwerk mogelijk, aldus Forum.
GroenLinks wil de lokale en regionale democratie versterken, door meer financiële ondersteuning van lokale, regionale en waterschapspartijen. Ook pleit GroenLinks voor een gekozen burgemeester én voor meer democratische controle op regionale samenwerkingsverbanden.
Conclusie
We kunnen dus concluderen dat de regio en haar bestuur leven. De vraag is echter of het thema als zodanig de burgers boeit, of toch vooral in dienst staat van de aanpak van andere, grote maatschappelijke onderwerpen.
En in dat laatste zit nu juist de crux. Enerzijds heeft dat te maken met de timing. In verkiezingstijd gaat de aandacht uiteindelijk toch vaak uit naar thema’s als zorg, onderwijs en veiligheid. Veel minder naar bestuurlijke vernieuwing. De gemiddelde burger wordt blijer van toegankelijke en betaalbare zorg, dan van een nieuw kiesstelsel. Bovendien vergen oplossingen als een gekozen burgemeester, een nieuw kiesstelsel en een correctief referendum om wijziging van de Grondwet. En dat is vooralsnog geen gemakkelijk proces. Zo moet er in beide Kamers een twee derde meerderheid zijn en wordt het voorstel twee keer in beide Kamers behandeld.
Onze oproep? Put your money where the regio is. Wanneer politieke partijen daadwerkelijk meer bestuurskracht willen in de regio, dan vraagt dat om daadkracht en een lange adem. En dat betekent dat er bij de coalitieonderhandelingen ook diepgaand moet worden gesproken over bestuurlijke vernieuwing en voornemens moeten worden omgezet in concrete veranderingen.
Reacties