Terug naar overzicht

Verkiezingsblog 2023 #4: Bang voor big tech


De zorgen omtrent de manier waarop ‘big tech’ de democratie bedreigt, duren voort. Internetgiganten als Meta en Google staan er nog altijd niet goed op: het zijn data slurpende multinationals die van het verzamelen en doorverkopen van persoonsgegevens een miljardenbusiness hebben gemaakt. Daarmee zetten ze de privacy en de autonomie van de internetgebruiker onder druk. Evenals bij de vorige verkiezingen besteedt ook nu weer het merendeel van de politieke partijen  aandacht aan deze thematiek in de verkiezingsprogramma’s. Slechts een klein aantal partijen, ter rechterzijde van het midden (VVD, PVV, JA21), lijkt zich over dit onderwerp niet druk te maken. Ik zet de opvallendste punten uit de reeds bekende (concept)programma’s op een rij.

Privacy en transparantie
Een groot aantal partijen (BBB, BVNL, PvdA/GL, PvdD, Volt, FvD) laat zich in algemene termen uit over het belang van privacy van de internetgebruiker. Deze partijen hameren, in meer of minder expliciete bewoordingen, op de noodzaak van maatregelen die de praktijken van internetgiganten nader aan banden leggen. De CU benoemt het privacyrecht als zodanig niet, maar stelt wel in algemene zin dat ‘[o]nze vrijheid (…) in het gedrang [komt] als we niet meer grip krijgen op grote techbedrijven die grote hoeveelheden data over ons verzamelen’.

Vervolgens is natuurlijk de vraag hoe ‘meer grip’ er dan uitziet. Transparantie blijkt daarbij een populaire maatregel. Zo schrijft de PvdD dat bedrijven gedwongen moeten worden om transparant te zijn over het gebruik en de opslag van verzamelde data. Ook BVNL bepleit het creëren van transparantie en verantwoordingsmechanismen ter ondersteuning van de privacy van de internetgebruiker. Het CDA wil een ‘recht op transparantie’ zelfs in de Grondwet verankeren. Ook de SP speelt met het idee van zulke digitale grondrechten, zij het met de oprichting van een onderzoeksinstituut op het gebied van technologische ontwikkelingen als tussenstap. Dit instituut zou voorstellen moeten doen voor digitale burgerrechten.

Concrete maatregelen
Naast het breed gedragen geluid dat meer transparantie nodig is, stellen de partijen in hun verkiezingsprogramma’s nog een aantal andere maatregelen voor die de uitdagingen van het digitale tijdperk het hoofd moeten bieden. De SP stelt voor om de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), belast met het toezicht op de naleving van de privacywetgeving, te versterken. De effectiviteit van de beoogde (en bestaande) privacyregels is mede afhankelijk van het toezicht op de naleving ervan. Gelet op de Europese regelgeving die op dit gebied al op stapel staat – waarover hieronder meer – en de in het verleden geuite zorgen over de capaciteitsproblemen van de AP is het pleidooi voor versterking alleszins begrijpelijk.

Andere partijen zoeken oplossingen in de sfeer van verboden. Zo wil de PvdD apps verbieden die niet aan de privacywetgeving voldoen. Daarnaast wil de partij dat bedrijven alleen nog maar persoonsgegevens mogen verzamelen als zij daarvoor toestemming van de internetgebruiker hebben. Ook wil de partij gepersonaliseerde advertenties aan banden leggen, waarbij zij echter niet uitlegt op welke manier dat moet gebeuren. PvdA/GL is wat dat betreft stelliger: zij wil gepersonaliseerde advertenties verbieden (met uitzondering van advertentie op basis van taal of kiesgebied), vooruitlopend op een algeheel verbod op de handel in persoonsgegevens. Dat laatste lijkt me een disproportionele maatregel. De handel in persoonsgegevens moet met voldoende waarborgen zijn omgeven, maar een algeheel verbod is onnodig.

Vergezichten
Enkele partijen houden het niet bij dergelijke concrete maatregelen, maar schetsen ideologische vergezichten waarin de uitdagingen van het digitale tijdperk verleden tijd moeten zijn. VOLT spreekt het voornemen uit om de online publieke ruimte opnieuw in te richten, zodat zij een veilige omgeving wordt waar het publieke debat kan plaatsvinden en de internetgebruiker bepaalt wat er met zijn gegevens gebeurt. Dat moet deels gaan gebeuren door te zorgen voor (Europese) alternatieven voor de huidige sociale media. Nog stelliger is PvdA/GL, die de creatie van een ‘alternatief digitaal ecosysteem’ bepleit dat moet gaan berusten op een hele rij publieke waarden, waaronder menselijke waardigheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid, gelijke behandeling en – ook hier weer – transparantie.

Europese ontwikkelingen en de Wet op de politieke partijen
Plannen te over dus, zo blijkt als men de verkiezingsprogramma’s naast elkaar legt. Maar daarbij moet men niet vergeten dat de door deze partijen bepleite ontwikkelingen op Europees niveau al zijn ingezet. Zo staat er een verordening op stapel die de verspreiding van online politieke reclame aan nadere regelgeving onderhevig moet maken. Het plan van PvdA/GL, inhoudende dat gepersonaliseerde advertenties, enkele uitzonderingen daargelaten, verboden moeten worden, is daarin opgenomen, zij het slechts voor zover het gaat om politieke advertenties. Daarnaast zagen de afgelopen jaren bijvoorbeeld de Digital Markets Act en Digital Services Act het licht, twee Europese verordeningen die de macht van big tech aan banden leggen en de internetgebruiker meer controle en inzicht moeten geven. In dat licht is het programma van FvD overigens opvallend: de partij vindt het kwalijk dat techbedrijven enorme hoeveelheden privacygevoelige informatie vergaren, opslaan en doorverkopen, maar zij bepleit vervolgens wel het terugdraaien (!) van de Digital Services Act. Hoe de internetgebruiker daarbij gebaat is, legt de partij niet uit.

Ook op nationaal niveau wordt aan regelgeving gewerkt, al is die het stadium van de internetconsultatie nog niet gepasseerd. Blijkens het conceptvoorstel voor de langverwachte Wet op de politieke partijen moet deze wet onder meer de verspreiding van gepersonaliseerde advertenties door politieke partijen gaan reguleren. In de kern beoogt het voorstel op dit gebied de oprichting van een online openbaar register, waarin politieke partijen alle advertenties die zij verspreiden, zullen moeten plaatsen. Opvallend genoeg laat geen enkele partij zich in haar verkiezingsprogramma over deze toekomstige nationale regels uit. Het zou een teken kunnen zijn dat de wenselijkheid van deze regels, mijns inziens terecht, door de partijen niet wordt betwijfeld. De maatregelen die de partijen wél voorstellen, zullen voor het merendeel in Europees verband vorm moeten gaan krijgen. De strijd tegen big tech wordt voornamelijk op Europees niveau gevoerd.

 

Over de auteurs

Leon Trapman

Leon Trapman is werkzaam als docent en promovendus aan de Radboud Universiteit Nijmegen

Reacties

Andere blogs uit deze reeks
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #15: Climate change ‘denialism’ en ‘delayism’ in de Nederlandse verkiezingsprogramma’s
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #14: Toenemende aandacht voor de Caribische delen van het Koninkrijk – En nu?
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #13: Verkiezingen en het onderwijs
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #12: Staatkundige vernieuwing in de verkiezingsprogramma’s
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #11: Toetsing aan en doorwerking van grondrechten, en wat de partijprogramma’s daarover (niet) zeggen
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #10: Veiligheid na de oorlog in Oekraïne: Defensie, Europa en de verkiezingsprogramma’s
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #9: Digitalisering, AI en algoritmische besluitvorming: wie steekt zijn nek uit?
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #8: Stikstof: welk jaartal is heilig, 2030 of 2035?
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #7: Migratie in de verkiezingsprogramma’s 2023: heet hangijzer of bedenking achteraf?
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #6: Decentrale overheden
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #5: Bestaanszekerheid, bestaanszekerheid
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #3: Een gezonde samenleving vraagt om meer aandacht voor preventie
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #2: Een nieuwe bestuurscultuur maakt nog geen sterke rechtsstaat
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #1: Veel regio, nauwelijks staatkundige inbedding