De herzieningsprocedure van de Nederlandse grondwet herzien
De Nederlandse Grondwet bestaat dit jaar 200 jaar. In het kader van dit jubileum is de Nederlandse bevolking gevraagd naar haar kennis over de Grondwet. Meer dan de helft van de ondervraagden, zo blijkt uit onderzoek, wist niet het eerste artikel van onze Grondwet te benoemen. De Nederlander geeft aan een Grondwet tamelijk belangrijk te vinden, maar over de inhoud ervan is hem weinig bekend. Ligt de oorzaak bij de Grondwet zelf? Lastig geformuleerd, weinig sprekend en op veel plaatsen verouderd: zo kan onze Grondwet omschreven worden. Een deel van dit probleem ligt bij de herzieningsprocedure. De herzieningsprocedure van de Nederlandse Grondwet, vastgelegd in de artikelen 137 tot en met 142 GW, heeft de afgelopen eeuw al meerdere malen onder vuur gelegen. Nederland kent over het algemeen een zeer stroeve herzieningsprocedure, waar de nodige kanttekeningen bij geplaatst kunnen worden. Onze procedure dateert nog grotendeels uit 1848.[1] Ingewikkelde en verouderde artikelen zijn het gevolg. De Grondwet is er voor de bescherming van het volk en hoort aan te sluiten bij de opvattingen die heersen binnen de maatschappij. Mijns inziens is deze procedure niet snel en effectief genoeg om te kunnen reageren op maatschappelijke veranderingen. Hierdoor wordt het voor de Nederlandse bevolking moeilijker om zich te identificeren met de Grondwet. Ik pleit daarom voor een snellere herzieningsprocedure van de Grondwet. Eén lezing met een gekwalificeerde meerderheid van tweederde deel van de stemmen. Een aantal fundamentele artikelen zoals gelijkheid, vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid moeten daarbij onaantastbaar worden, zodat deze normen en waarden beschermd blijven.
De huidige procedure zorgt ervoor dat we met onze Grondwet achter de feiten aan lopen. Wanneer je eens een kritische blik werpt op de artikelen valt al snel op dat een aantal artikelen behoorlijk verouderd is. Zo is bijvoorbeeld in artikel 13 nog steeds het telegraafgeheim opgenomen en spreekt artikel 7 nog steeds over een drukpers. De procedure die Nederland momenteel hanteert maakt het bijvoorbeeld onnodig ingewikkeld om deze techniekafhankelijke artikelen te wijzigen. Eerst komt de algemene acceptatie van bepaalde normen en waarden in de maatschappij. Pas daarna kan er genoeg draagvlak worden gecreëerd om de procedure te doorlopen en succesvol een wijziging in de Grondwet door te voeren. De Grondwet zou met een flexibelere procedure eens het voortouw kunnen nemen en veroudering voor kunnen zijn.
Bovendien worden de verkiezingen na de ontbindingen overschat. De verkiezingen vormen het democratische element van de wijziging. Burgers kunnen hun stem uitbrengen op een partij die hun mening verkondigt. In de praktijk worden grondwetswijzigingen nauwelijks tot niet besproken in partijprogramma’s. Andere onderwerpen krijgen de voorkeur. Met aandacht voor de Grondwet wint men immers geen stemmen. Burgers weten na de verkiezingen nog steeds nauwelijks wat de plannen met de Grondwet zijn, en dat terwijl deze ontbinding enorm veel tijd kost. En zelfs al wordt er aandacht geschonken aan de Grondwet, dan nog is er geen enkele garantie dat de partijen zich ook aan hun beloften houden. De hoeveelheid verspilde tijd weegt niet op tegen de baten. Hiermee wil ik echter niet zeggen dat de bevolking in dit proces helemaal geen stem verdient. Een alternatieve wijze om de bevolking te raadplegen krijgt dan ook mijn voorkeur.
Tegenstanders voeren voornamelijk aan dat de huidige procedure een effectieve bescherming biedt tegen de ‘waan van de dag’. Dat het zo veel moeite kost om de Grondwet te wijzigen is vanzelfsprekend een goede waarborg tegen het lukraak veranderen van artikelen. De Grondwet bevat een aantal fundamentele normen en waarden die beschermd moeten worden tegen bevliegingen of kwade gedachten. In tijden waarin de publieke opinie veranderlijk is, biedt het huidige systeem hiervoor een goede bescherming. In Duitsland hebben ze voor deze problematiek een oplossing gevonden. Zij hebben in hun Grondwet een artikel opgenomen waar in staat welke artikelen onder geen voorwaarde gewijzigd of geschrapt mogen worden. Dit artikel staat beter bekend als de eeuwigheidsclausule.[2] Het artikel wat hierin voorziet kan volgens Duitse wetgeving echter wél gewijzigd worden. Maak hier eveneens een niet te wijzigen artikel van, en het systeem is waterdicht. Echter, het veranderen van de niet-fundamentele artikelen moet niet onderschat worden. Denk aan de artikelen omtrent onze staatsinrichting. Met afschaffing of wijziging hiervan kan de maatschappij alsnog ontwricht worden. De waarborg voor het behoud van deze artikelen neemt af en dat is een consequentie die niet over het hoofd mag worden gezien. Toch zie ik dit systeem als een prima oplossing waarbij de Grondwet flexibel is en tegelijkertijd voldoende waarborgen biedt. Een minder zware procedure voor de overige artikelen wordt door de eeuwigheidsclausule minder bezwaarlijk.
Kortom, de huidige herzieningsprocedure biedt onze Grondwet veel bescherming, maar er gaat te veel tijd en flexibiliteit mee verloren. De verkiezingen die de burger een stem zouden moeten geven in het wijzigingsproces geven niet het gewenste effect. De bevolking moet geraadpleegd worden, maar niet middels verkiezingen. Het zou verbetering opleveren als we overstappen op één lezing die met tweederde deel van de stemmen aangenomen moet worden, waarbij een groep fundamentele artikelen onaangetast blijft. Op die wijze worden onze fundamentele rechten gewaarborgd en kunnen we realiseren dat onze Grondwet met de maatschappij mee beweegt.
[1]Deze procedure gaat als volgt. Na het indienen van een voorstel tot overweging van wijziging gaat de eerste ‘lezing’ van start, die door de Tweede en Eerste Kamer met een gewone meerderheid goedgekeurd moet worden. Daarop volgt een ontbinding van de Tweede Kamer. Het ontbinden van de Eerste Kamer is al geruime tijd geleden afgeschaft. De achterliggende gedachte achter het ontbinden van de Tweede Kamer, is dat de kiezer bij de nieuwe verkiezingen zijn stem kan laten horen betreffende de wijzigingsplannen om het voorstel zo democratisch te legitimeren. Na de verkiezing volgt een tweede lezing over het wetsvoorstel dat daadwerkelijk dient tot wijziging. Dit maal is tweederde deel van de stemmen van beide Kamers vereist om de nieuwe Grondwet aan te nemen. Nadat deze stappen plus enkele andere formaliteiten met succes zijn doorlopen, kan de nieuwe Grondwet in werking worden gesteld.
Reacties