Het Japanse pacifisme en defensiebeleid: informele constitutionele verandering
Als één van de weinige grondwetten ter wereld bevat de Grondwet van Japan (1947) een pacifismebeginsel. Artikel 9 van dit document verklaart dat het Japanse volk voor altijd afstand doet van het soevereine recht van een natie om met militair geweld internationale disputen op te lossen. Artikel 9 bepaalt tevens dat, om deze doelstelling te bereiken, Japan nooit een land-, zee- en luchtmacht of ander oorlogspotentieel zal onderhouden. Politici hebben in de afgelopen decennia meerdere malen serieuze pogingen ondernomen om deze bepaling te herzien, maar desondanks is haar tekst tot nu toe ongewijzigd gebleven. In de Japanse samenleving geniet Artikel 9 tot op de dag van vandaag veel steun.
Tegelijkertijd ontwikkelde Japan in de afgelopen 70 jaar een geavanceerd defensiebeleid. Reeds in het begin van de jaren ’50 richtte Japan de Self-Defense Forces (SDF) op. De regering heeft er in verband met de pacifistische Grondwet altijd voor gewaakt om de SDF niet te bestempelen als ‘military’ of ‘Armed Forces’, maar internationale waarnemers rekenen de SDF sinds ten minste drie decennia tot de vijf grootste en best uitgeruste krijgsmachten ter wereld. Vanaf begin jaren ’90 participeren de SDF bovendien in internationale militaire operaties. Een recente beleidswijziging moet het voor Japan mogelijk maken om de SDF in de toekomst een (nog) pro-actievere rol op het militaire wereldtoneel te laten spelen.
De spanning die zich heeft opgebouwd tussen het constitutionele plan van Artikel 9 en de feitelijke ontwikkeling van het Japanse defensiebeleid is moeilijk te missen: het zogenaamde ‘pacifisme- en defensievraagstuk’ staat zelfs bekend als het meest controversiële issue van het Japanse staatsrecht. Maar wat behelst deze spanningsrelatie precies? Hoe moet de verhouding tussen een grondwettelijke bepaling als Artikel 9 en de werkelijke ontwikkeling van het Japanse defensiebeleid eigenlijk worden begrepen? Dit zijn enkele van de vragen die aan bod komen in een artikel dat ik onlangs schreef voor het Tijdschrift voor Constitutioneel Recht. Het artikel is hier gratis verkrijgbaar: https://ssrn.com/abstract=2998587
De ontwikkeling van het Japanse pacifisme en defensiebeleid is, als één van de meest fascinerende ontwikkelingen in de internationale rechtsvergelijking, op zichzelf de moeite van het bestuderen meer dan waard. Zeker voor wie meer wil begrijpen van de Japanse houding in de aanhoudende diplomatieke en militaire conflicten in het Verre Oosten is kennis van het Japanse constitutionele pacifisme onmisbaar.
Het Japanse pacifisme- en defensievraagstuk leent zich daarnaast bij uitstek om meer in het algemeen iets te leren over constitutionele ontwikkeling en de manier waarop de relatie tussen onderling verbonden concepten als recht en feit, regel en praktijk, ideaal en realiteit en ‘is’ en ‘zou moeten zijn’ het beste kan worden begrepen. De Japanse ontwikkeling is in het bijzonder ook relevant voor het Nederlandse constitutionalisme, dat – net als het Japanse constitutionalisme – nauwelijks een praktijk van rechterlijke toetsing van wetgeving aan de Grondwet kent en dat, deels als gevolg daarvan, zonder conceptie van informele constitutionele ontwikkeling moeilijk te begrijpen is.
Reacties