John Adams en Obamacare
Onlangs had ik griep. Door koorts aan bed gekluisterd, haalde ik op aanraden van een vriend de serie John Adams van het internet. Een achtdelige biografie over het enerverende leven van de tweede president van de Verenigde Staten, die voor zijn presidentschap een belangrijke rol speelde in de Amerikaanse onafhankelijkheidstrijd (en ambassadeur was in Nederland).
Ik keek de acht delen in één ruk uit.
De serie is zo rijk aan kwesties van Amerikaans staatsrecht dat deze zelfs zeggingskracht heeft over de recente Obamacare-discussie. Aangezien vanuit mijn ziekbed ziektekostenverzekering ineens heel belangrijk leek, had het scherm mijn volle aandacht. De serie is gebaseerd op de door David McCullough geschreven biografie van Adams uit 2001. Founding father van de Verenigde Staten zegt bol.com erbij. John Adams is door de geschiedenis minder rijk beladen met eer dan zijn collega-vaders. Een van de verklaringen die de serie geeft is misschien zijn karakter. Adams was niet zo excessief briljant, veelzijdig en charmant als Benjamin Franklin, groots en edel als George Washington of gezegend met een pen zo machtig als die van de geslepen Thomas Jefferson. John Adams was een moeilijke man. Een puriteinse zeurpiet. Een ijdeltuit wiens vrouw Abigail hem de wijze raad gaf: “you don’t need to quote great men to show that you are one.” Niettemin wordt wél duidelijk dat de Amerikaanse geschiedenis zonder Adams’ puriteinisme, volharding en ijdelheid een ander verloop zou hebben gekend.
John Adamsstaat als gezegd bol van de staatsrechtelijke en politieke discussies die ook vandaag nog relevant zijn. Zo spreekt John Adams over zijn ambt als de eerste vicepresident: ‘I am possessed of two separate powers; the one in esse and the other in posse. I am Vice President. In this I am nothing, but I may be everything.’ Een zin die veel ambitieuze Amerikaanse politici sindsdien in hun oren hebben geknoopt. Een Amerikaanse vicepresident heeft weinig bevoegdheden, tot het moment dat de president iets ernstigs overkomt, dan neemt hij het roer over en is hij in één klap de machtigste man van de VS. John Adams formuleerde dit politieke principe tijdens dat hele prille begin van de Verenigde Staten en het geldt nog altijd.
Een fundamentele discussie over de Grondwet ontstaat in een gesprek tussen Adams en Jefferson. De laatste vraagt zich af of zij het ideaal van vrijheid een dienst bewezen hebben met het opstellen van een Grondwet. De Amerikanen hebben zich weten ontworstellen aan de heerschappij van de Engelsen en hun recht, maar geeft hen dat het recht om toekomstige generaties Amerikanen te binden aan hun ideeen in de Grondwet? Het ideaal van vrijheid impliceert eerder dat iedere generatie de mogelijkheid zou moeten hebben om haar eigen Grondwet te schrijven. Resoluut verwerpt Adams dit idee als naïef. Zo’n overgangsperiode van grondwet naar grondwet zou een nieuwe vorm van autoriteit vereisen om niet te eindigen in chaos. Het uitgangspunt in Adams’ denken is dat autoriteit altijd nodig is om anarchie te voorkomen. De grondwet en het recht vormen de basis voor deze autoriteit. Where there is no law, there is no freedom, zou John Locke zeggen.
Dit verlangen naar recht als autoriteit is John Adams’ drijvende kracht in de serie. In zijn jongere jaren verdedigt hij als nog onbekende advocaat Britse militairen. Zij staan terecht voor een rechtbank in Boston omdat ze bij een oproer op de menigte schoten. Geen mens in Boston gelooft het Britse verweer dat de schoten werden gelost uit zelfverdediging. Een ondankbare klus voor de jonge Adams dus, die deze aanneemt om rule by law in Massachusetts te waarborgen. Ondanks de publieke weerzin overtuigt hij de jury de Britten vrij te spreken. Op langere termijn zou zijn optreden bijdragen aan Adams’ reputatie van onpartijdigheid en leiden tot zijn verkiezing als vertegenwoordiger van Massachusetts aan het continentale congres, dat in 1776 de onafhankelijkheid zou uitroepen. Ook daarin speelde de gepassioneerde Adams een belangrijke rol. Aanvankelijk was de stemming in dat congres dat de tijd nog niet rijp was voor een onafhankelijkheidstrijd tegen de Engelsen. Het was onder meer Adams die de geesten rijp maakte voor revolutie.
Later, wanneer Adams vicepresident onder Washington is, zien we dat hij het ambt van president van een monarchale omkleding probeert te voorzien. Zou die opzet geslaagd zijn dan zouden we nu “your majestity the president” tegen president Obama zeggen. Tegenwoordig klinkt dat ridicuul, maar Adams’ streven om het nieuwe presidentschap snel gezag te doen bekomen was gefundeerd op terechte zorgen. Dat bleek snel daarna, toen de Franse Revolutie ontaardde in een chaos.
De intellectuele spanning tussen Adams en Jefferson krijgt gaandeweg een steeds politieker karakter. Tijdens het presidentschap van Washington, de eerste president van de VS, vormen zich twee politieke kampen: de Democratic-Republicans en de Federalists. Het leiderschap van de Republicans, die simpel gezegd voor een kleine overheid zijn, komt in handen van Jefferson, minister van buitenlandse zaken. Alexander Hamilton, minister van financiën wordt aanvoerder van de Federalists. Deze op de handelsbetrekkingen met Engeland gerichte groep staat een sterkere rol van de staat voor ogen, naar Engels voorbeeld. Verder wordt de Amerikaanse politiek gespleten door financiële kwesties. De Federalists willen een nationale bank oprichten, mede om zo de handelsbelangen met Engeland goed te kunnen coördineren. Opvallend genoeg werd dit streven om de overheid te versterken in die tijd gesteund door bankiers en zakenlieden. Uiteindelijk komt de bank er toch met steun van Washington en Adams, die verder proberen boven de partijen te blijven staan. Mede omdat door dit beleid het zwaartepunt van de handelseconomie meer in het noorden zou komen te liggen, ging het zuiden zo hechten aan de agrarische slavernij. Deze kwestie zou leiden tot de Amerikaanse burgeroorlog. Het punt van conflict was onder meer de vraag of de federale overheid bevoegd is om de staten een verbod op slavernij op te leggen. Uiteindelijk gaat het steeds weer om de principiële vraag wat de rol van de federale overheid moet zijn. Ook de afgelopen jaren speelt dit debat nog in volle hevigheid bij de politieke en juridische strijd over Obamacare.
Adams neemt in 1797 het stokje over van Washington en wordt de tweede president, namens de Federalists. In zijn afscheidsrede, waarmee hij een traditie creëerde, spreekt Washington bezorgd over het gevaar van politieke partijen (factions) en het belang van eenheid (Obama zou bipartisanship zeggen). Er woedt intussen een oorlog tussen Frankrijk en Engeland en men is hevig verdeeld over de vraag wie te steunen. President Adams wil de Amerikaanse neutraliteit behouden en weet met pijn en moeite bemoeienissen in Europa te voorkomen. Hiermee splijt hij echter zijn eigen partij, waarvan een deel graag de wapens opneemt tegen Frankrijk. Als gevolg hiervan wordt het voor Adams onmogelijk om opnieuw verkozen te worden. Hij verliest de volgende verkiezingen van zijn grote rivaal Thomas Jefferson.
Tweehonderd jaar later splijt de rivaliteit van John Adams en Thomas Jefferson, tussen de Federalists en de Republicans, Amerika nog steeds. Wie het fragiele gezag van de federale Amerikaanse staat ziet in die eerste dagen, de onderlinge verdeeldheid van de stichters daarvan, en de permanent woedende strijd tussen de federale staten en de federatie in de 200 jaren daarna, kan misschien iets meer begrip opbrengen voor bewegingen als de Tea Party. Zij kunnen historisch gezien bogen op een traditie die terugvoert tot Jefferson. In dezelfde mate waarin het historische perspectief van de serie leidt tot meer begrip voor de Tea Party, vergroot het paradoxaal genoeg mijn sympathie voor het Europese project. De pijn en moeite die de Amerikanen hebben moeten doorstaan werkt relativerend. De komende eeuwen zal ook de Europese Unie geen gebrek aan crises hebben. Kennelijk hoort dat erbij. Om al deze redenen is het de moeite waard de wording van de Verenigde Staten in deze rijke serie terug te zien, bijvoorbeeld als je griep hebt.
Dit artikel verscheen ook op online opinie magazine deFusie.
Reacties