Terug naar overzicht

Kunnen we in de VS straks terug naar normaal?


De uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen blijft tot op heden spannend. Maar laten we er eens vanuit gaan dat de huidige President de verkiezingen verliest. Zal hij dan een gevaar voor de Amerikaanse democratie blijken door tegen te spartelen bij de machtsoverdracht? Ross Douthat, een als conservatief bekend staande columnist verbonden aan de New York Times, ziet de huidige President vooral als een corrupte clown die straks niets anders rest dan de macht relatief geruisloos af te staan.

Lees mee: “He lacks popularity and political skill, unlike most of the global strongmen who are supposed to be his peers. He lacks power over the media: Outside of Fox’s prime time, he faces an unremittingly hostile press whose major outlets have thrived throughout his presidency. He is plainly despised by his own military leadership, and notwithstanding his courtship of Mark Zuckerberg, Silicon Valley is more likely to censor him than to support him in a constitutional crisis.”

En zo gaat het nog een tijdje door: de rechterlijke macht blijkt nog steeds onafhankelijk, met de FBI en de CIA ligt de President zo ongeveer permanent overhoop, hij heeft geen massabeweging achter zich, en zijn pogingen tot machtsmisbruik stellen nauwelijks iets voor. “If you judge an authoritarian by institutional influence, Trump falls absurdly short. And the same goes for judging his power grabs.” En hoewel direct na de verkiezingen het gevaar van geweld reëel is, heeft hij niet de invloed om zich wat zijn opvolging betreft als een autocraat te kunnen opstellen.

Douthat is een prikkelend columnist (is dat een pleonasme?). En als ik hem goed begrijp zegt hij niet alleen iets over de nakende machtsoverdracht, maar zegt hij ook dat de Amerikaanse rechtsstaat solide genoeg is gebleken om destructieve krachten als die van de huidige President te weerstaan.

Volgens mij heeft Douthat met dat laatste te weinig aandacht voor de diepe wonden die de voorbije jaren aan die rechtsstaat werden toegebracht. Om maar enkele voorbeelden te geven: er werden en worden hindernissen opgeworpen voor groepen kiezers die vermoedelijk niet op de Republikeinse Partij stemmen (zoals het verwijderen van stemlokalen en onderbezetting van diezelfde stemlokalen met lange wachtrijen tot gevolg); er is sprake geweest van strafvermindering voor veroordeelde politieke vrienden; er is sprake van steun aan, zo niet oproep tot, racistisch gemotiveerd geweld (“stand by and stand back”); Russische inmenging in de verkiezingen werd niet veroordeeld; fake news werd in de armen gesloten en zelfs gestimuleerd. Iedereen weet met andere voorbeelden te komen. De lijst is lang en groeit nog iedere dag.

De huidige President is een hooliganeske politicus gebleken die door ophitsende taal te bezigen, daartoe aangevuurd door de zogenoemde echo chambers van het internet en gefaciliteerd door de Republikeinse Partij, maatschappelijke tegenstellingen heeft aangejaagd. En nog niet zo zuinig. Dit alles heeft niet alleen een enorme impact gehad op de relaties tussen burgers onderling (polarisering), maar heeft ook de ondermijning van de instituties van de democratische rechtsstaat in de hand gewerkt. Juist daarom is de schade aan de rechtsstaat veel groter dan Douthat ons tussen de lijntjes van zijn column lijkt te willen doen geloven.

Voor mij is vooral de uitsmijter van Douthat van belang. “[The Democrats] return to power in Washington won’t be the salvation of American pluralism; it will be the unification of cultural and political power under a single banner.” Dat is een interessante constatering: hoe voorkom je dat de Democraten op hun beurt een polariserende rol opnemen? Hoe voorkom je dat de ene eenzijdigheid wordt vervangen door andere eenzijdigheid? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de huidige President vooral als de – weliswaar incompetente – spreekbuis van zich miskend voelende burgers begrijpen: die miskende burgers zijn immers niet verdwenen na de verkiezingen.

Ross Douthat plaatst zijn zorgen in de veel te eenvoudige dichotomie van links vs. rechts. Dat maakt zijn uitsmijter echter niet minder pertinent. Want dit lijkt me de belangrijkste opdracht voor de Amerikaanse democratie te zijn, en niet alleen voor de Amerikaanse: ervoor zorgen dat we weer beter worden in het bouwen van bruggen dan in het afbreken van muren (zoals we in 1989 deden). Simpelweg omdat we alleen onder die voorwaarde een gezamenlijke toekomst kunnen hebben in een wereld die onvermijdelijk verdeeld is. Juist dat lijkt ook Ross Douthat te erkennen door te benadrukken dat de aanhangers van de huidige President, onder wie het wantrouwen in instituties woekert, niet mogen worden vergeten. Daarmee geeft hij voor mij impliciet toe dat de schade aan de rechtsstaat, waarvan de huidige President de katalysator is gebleken, wel degelijk enorm is. Hij kan voor dat standpunt trouwens ook steun vinden bij zijn eigen werkgever. Want op 16 oktober zette de New York Times de verdiensten van de huidige President in de verf in een nooit vertoonde editoriale oproep om de nationale crisis te beëindigen door niet op hem te stemmen.

Laten we niet vergeten dat de rechtsstaat te voet is gekomen, maar te paard kan vertrekken.

Over de auteurs

Maurice Adams

Maurice Adams is hoogleraar Encyclopedie van het recht aan Tilburg University.

Reacties

Andere blogs van Maurice Adams
Zomerreeks 2024: Constitutionele momenten
Constitutionele momenten #9: Politieke meningsuiting als strafrechtelijk constitutioneel moment
10 jaar MH 17: herinneringen aan het wetenschappelijk werk van Willem Witteveen
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #14: Marktdenken, de publieke zaak en democratie