Terug naar overzicht

Opkomen voor de grondwet


Bij de viering van 200 jaar Koninkrijkrijk der Nederlanden en de inhuldiging van de Koning is volop eer betoond aan de Grondwet. Maar als er conflicten zijn waar het werkelijk op ons begrip van de Grondwet aankomt – oproepen om mensen naar geloof te discrimineren, pleidooien voor de doodstraf – speelt de Grondwet in de discussies amper een rol. Dat kan iets te maken hebben met het ontbreken van constitutionele rechtspraak of met gebrek aan vertrouwdheid met de Grondwet. Maar het kan ook zijn dat de Grondwet niet appelleert aan een gezamenlijk idee van wat ons politiek bestel kenmerkt. Is er een verhaal waarom wij deze constitutie gezamenlijk willen aanvaarden?

De moordpartijen in Parijs bij de redactie van Charlie Hebdo en een joodse supermarkt waren een aanslag op onze vrijheid. Die vrijheid bestaat dankzij een constitutie die als het ware onze verbintenis met elkaar bevestigt: een verbintenis van wederzijde verantwoordelijkheid en gezamenlijke vrijheid. In Frankrijk herinnert men elkaar aan de Déclaration des Droits de L’Homme et du Citoyen van 1789, tot op de dag van vandaag deel van de constitutie.

Er doen in mijn vak verschillende verhalen de ronde over het karakter van onze constitutie. Vaak is dat het verhaal dat het juk van vreemde machten wordt afgeworpen. De Tachtigjare Oorlog wordt in herinnering geroepen als het ontstaan van de Nederlandse staat, de terugkeer van de Prins uit Engeland in 1813 als het herstel van de onafhankelijkheid, de nederlaag van nazi-Duitsland als de Bevrijding en het begin van de wederopbouw van de eigen staat. Vrijheid van godsdienst en afwijzing van discriminatie komen in dat verhaal naar voren als kenmerken van onze constitutionele identiteit.

Anderen vertellen een geschiedenis van terugdringen van de macht van de vorsten. Weliswaar draaide dit niet uit op hun onttroning,  maar de aanvaarding van het parlementaire stelsel en van het primaat van de Tweede Kamer in de kabinetsformatie zijn kernmomenten in deze kijk op de constitutionele geschiedenis. Het democratisch gehalte van ons staatsbestel is het kenmerk dat hier vooral naar voren komt.

In contrast met regenteske bestuursvormen en allerlei vormen van onderwerping kan het verhaal worden gedaan van de bevrijding van het individu. Steeds groter is de ruimte geworden om zich te uiten en te gedragen naar persoonlijke voorkeuren. Naast culturele vrijheden hebben economische vrijheden in de recente geschiedenis profiel gekregen, al is het soms ten koste van solidariteit en sociale grondrechten. Individuele vrijheidsrechten worden hier gezien als de kern van onze constitutionele identiteit.

Maar we kunnen onze geschiedenis ook zien als een stapsgewijze erkenning van het recht op gelijkwaardig burgerschap, met het recht mee te beslissen over onze gezamenlijke toekomst. De ontwikkeling van onze constitutie is, zo bezien, een geschiedenis van emancipatie, waaronder die van de joodse landgenoten in de negentiende eeuw, afschaffing van slavernij, invoering van het algemeen kiesrecht en rechtsbescherming in geschillen met de overheid. De andere verhalen over onze constitutie horen daarbij, maar hier gaat het om een visie op de mens in de samenleving. Het verhaal van de constitutie is een geschiedenis van groeiende verantwoordelijk van alle staatsburgers.

Als we nog een keer stilstaan bij de dramatische gebeurtenissen in Parijs, dan moeten we ons realiseren dat dit niet alleen een aanslag op onze vrijheid was, maar ook de kloof verdiepte tussen degenen die zich afgewezen voelen en degenen die verscheidenheid als een bedreiging zien. Het was een aanslag op de idealen van gezamenlijk burgerschap in een democratische samenleving.

Zolang we ons dat niet realiseren, falen we in de verdediging van de waarden van onze constitutie. Er is, ten overstaan van mateloos geweld en oplopende wrevel alle reden op te komen voor onze Grondwet. Daar hoort wel een verhaal bij: een verhaal dat niet alleen iets zegt over ons verleden, maar ook over de idealen van gezamenlijke toekomst.

Dit artikel verscheen op 10-02-2015 ook in SC Wetten en regels verklaard.

Over de auteurs

Ernst Hirsch Ballin

Ernst M.H. Hirsch Ballin is emeritus universiteitshoogleraar en emeritus hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht aan Tilburg University

Reacties

Andere blogs van Ernst Hirsch Ballin
Humaan constitutionalisme
Zomerreeks 2024: Constitutionele momenten
Constitutionele momenten#5: Het Spitsbergenverdrag van 9 februari 1920
KlimaSeniorinnen
Klimaseniorinnen