Rechtsstatelijke reacties op het regeerakkoord #3: wetgevingskoorts en terrorismebestrijding
In het huidige regeerakkoord bestaat ongekend veel aandacht voor terrorismebestrijding. Het huidige regeerakkoord wijkt hierin opvallend af van het vorige regeerakkoord (2012), waarin terrorismebestrijding niet eens werd genoemd. Het kabinet vindt het zorgen voor een vrije, veilige en rechtvaardige samenleving een kerntaak van de overheid en wenst jaarlijks 13 miljoen euro vrij te maken om terrorisme te bestrijden. Om die veilige samenleving te waarborgen, beoogt het kabinet (nog meer) maatregelen in te voeren die zien op het ‘nog strenger straffen van jihadisme’, maar die zich niet richten op het onderliggende probleem, namelijk: het voorkomen van radicalisering.
Maatregelen die het kabinet volgens het regeerakkoord onder andere wilt treffen zijn:
- Teruggekeerde Syriëgangers langere tijd in voorlopige hechtenis houden, om te voorkomen dat ze niet op vrije voeten zijn in NL terwijl er nog sprake is van bewijsvergaring voor mogelijk gruwelijke daden die zijn gepleegd;
- Strafbaarstelling van opzettelijk verblijf zonder toestemming in een gebied welke onder de controle valt van een terroristische organisatie;
- Verruiming van mogelijkheid voor DNA-onderzoek bij een verdenking van een terroristisch misdrijf.
Op het eerste gezicht lijken dit geen slechte maatregelen, maar laten we vooral niet vergeten dat Nederland al veel repressieve maatregelen kent waar het gaat om terrorismebestrijding. De overheid kan bijvoorbeeld tegoeden bevriezen, uitkeringen stopzetten, een in- en uitreisverbod uitvaardigen, een meldplicht opleggen, paspoorten afnemen, en Nederland gaat zelfs zo ver dat burgers die verdacht worden van terrorisme worden verbannen door hen te ontnemen van het Nederlanderschap. Het lijkt alsof Nederland wetgevingskoorts heeft als het gaat om terrorismebestrijding en vooral wil laten zien dat alles in het werk wordt gesteld om terrorisme te bestrijden.
Het zorgwekkende hieraan is dat onderzoek naar de effectiviteit van de al eerdergenoemde strafrechtelijke -en bestuursrechtelijke maatregelen achterwege blijft. We weten dus niet welke maatregelen werken en welke niet. In het regeerakkoord staat dat er op korte termijn zal worden bezien welke aanpak voor contraterrorisme het meest effectief is. Er is een belofte gedaan om te kijken wat de “best practices” zijn op het gebied van terrorismebestrijding om deze te kunnen delen en uit te voeren. Helaas gaat het regeerakkoord echter niet nader in op onderzoek naar de effectiviteit van contraterrorisme maatregelen.
Het staat buiten kijf dat al deze bovengenoemde voorgestelde en bestaande maatregelen als doel hebben om terrorisme te bestrijden, maar sommige van deze maatregelen staan haaks op elkaar. Aan de ene kant wilt het kabinet terugkeerders langer in voorlopige hechtenis houden om meer controle te hebben over de verdachte terroristen en om de nationale veiligheid te waarborgen. Aan de andere kant heeft oud-Minister van Veiligheid en Justitie (Stef Blok) het Nederlanderschap van vier vermeende terroristen vorige maand ingetrokken – zonder dat er een strafproces aan vooraf is gegaan. Hiermee verliest Nederland controle over deze mensen en kan het moeilijker worden voor het Openbaar Ministerie om deze mensen strafrechtelijk te vervolgen. Bovendien blijft de dreiging voor de veiligheid van de samenleving bestaan. Niets weerhoudt deze mensen er immers van om met valse papieren Nederland binnenkomen en een aanslag plegen. Elders stond ik uitgebreid stil bij het vernietigen van Nederlanderschap.
Laten we verder reflecteren op het brede scala aan antiterreurmiddelen: in een rechtsstaat als Nederland moet een balans worden gevonden tussen een effectief optreden van de overheid om de veiligheid van de samenleving te waarborgen enerzijds en anderzijds de bescherming van de individuele burger tegen onevenredige aantasting van hun vrijheden. Uit het regeerakkoord blijkt dat onze regering slechts oog heeft voor de eerste component. Amnesty International heeft vandaag een rapport gepubliceerd over mensenrechtenschendingen van (verdachte) terroristen op speciale terreurafdelingen in de gevangenis in Vught en De Schie (Rotterdam). Ook in deze uitermate complexe omstandigheden moet er een balans bestaan tussen het beschermen van de samenleving en het niet onevenredig aantasten van de vrijheden van (verdachte) terroristen. Het kabinet vindt het een kerntaak van de overheid om te zorgen voor een vrije, veilige en rechtvaardige samenleving. Om dit te kunnen waarborgen moeten terroristen goed begeleid worden in de gevangenissen zodat ze weer op en veilige manier een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving in plaats van verder radicaliseren als gevolg van inhumane behandeling tijdens hun detentie. Strafvervolging strekt immers niet slechts tot bestraffing maar heeft ook als doel om mensen terug te leiden in de maatschappij, zoals Landelijk terrorisme-officier Ferry van Veghel stelt.
Bovendien is net zo belangrijk om te kijken hoe we radicalisering kunnen voorkomen. Het kabinet wilt dit o.a. doen door te:
- Voorkomen dat haatpredikers een podium wordt geboden;
- Beperken van beïnvloeding via social media vanuit onvrije landen en organisaties;
- Voorkomen dat vanuit het buitenland via geldstromen naar politieke, maatschappelijke en religieuze organisaties onwenselijke invloed wordt gekocht.
Ik vind het jammer dat er verder niets concreets gezegd over hoe we radicalisering kunnen voorkomen. Hoe moet er bijvoorbeeld op lokaal gemeente-niveau worden omgegaan met terrorismebestrijding? Hoe voorkomen we dat terrorismebestrijdingsmaatregelen verdeling en spanning creëren tussen verschillende etnische groepering in de samenleving? En hoe gaan we om met jongeren die beïnvloedbaar zijn door ronselaars?
Bij het lezen van het regeerakkoord stuitte ik dus op twee opmerkelijke punten. Ten eerste bestaat er weinig aandacht voor het voorkomen van radicalisering en het bevorderen van de-radicalisering. Ten tweede fixeert het toekomstige kabinet zich op ‘een nog strengere aanpak van jihadisme’. Mijns inziens ontbreekt echter de belangrijkste vraag die het opkomende kabinet zich moet stellen, namelijk: in hoeverre zijn al deze maatregelen effectief in het voorkomen van terrorisme?
Een versie van deze tekst is voorgedragen op 24 oktober jl. tijdens een programma van De Balie genaamd: ‘Terugkerende Syriëgangers. Wat te doen met onze Syriëgangers?’
Reacties