Seculiere jihad onbegrijpelijk en strijdig met geloofsvrijheid
In de nasleep van de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv hebben vele niet-PVV politici hun schaapskleren afgelegd. Zij dragen daarmee bij aan een politiek discours in Nederland, dat zich kenmerkt door de aanwijzing van zondebokken, het zaaien van tweedracht en de inperking van een vrije, open en pluriforme samenleving. Hoewel het leven van zowel joden als moslims in toenemende mate onder druk staat en de door hen ervaren discriminatie torenhoog is (Moslimdiscriminatie EU; Survey experiences of Jews; discriminatiecijfers CBS), kan alleen de aanpak van antisemitisme rekenen op een volledig draagvlak in de Tweede Kamer. Een motie daarover werd unaniem aangenomen, terwijl een vergelijkbare motie over de aanpak van moslimdiscriminatie de steun ontbeerde van de drie coalitiefracties PVV, VVD en BBB. Mede tegen de achtergrond van de stemmingsuitslagen over deze moties is opvallend de motie van het lid Becker (VVD). Daarin vraagt zij de regering om gegevens bij te houden over “culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond”, omdat “data over normen en waarden inzicht kan [sic!] bieden in de culturele integratie van Nederlanders met een migratieachtergrond”. Ook deze motie kon rekenen op een ruime meerderheid in de Tweede Kamer; tegenstemmers waren de fracties van GroenLinks-PvdA, D66, Denk, PvdD en Volt (Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2025 | Tweede Kamer der Staten-Generaal). Het CDA en de ChristenUnie legden stemverklaringen af. Na vele maatschappelijke verontwaardiging toonde de SP zich spijtoptant.
Wie zou denken dat het bij deze selectieve en negatieve aandacht voor mensen met een islamitisch geloof blijft, heeft het mis. Parallel daaraan vindt een herstart plaats van de seculiere ‘liberale jihad’ tegen religie überhaupt. VVD-leider Yesilgöz (VVD) roept op om religie te parkeren achter de voordeur en kwalificeert geloof met een georganiseerd of politiek karakter in een seculiere samenleving als ‘heel gevaarlijk’. Deze oproep wekte verbazing en irritatie bij voornamelijk CDA, CU, SGP, DENK en PvdA-GroenLinks. Begrijpelijk, maar toch zouden ook andere dan confessionele of linkse partijen zich zorgen moeten maken. Het betoog snijdt geen hout om drie redenen.
In de eerste plaats is de Nederlandse samenleving niet seculier, maar overwegend seculier, en dat pas sinds 2022. Cijfers van CBS en SCP wijzen uit dat er nog steeds vele miljoenen Nederlandse burgers wel degelijk religieus, spiritueel en/of kerkelijk zijn. In de tweede plaats zou uitvoering van Yesilgöz’ oproep leiden tot een schending van de Grondwet en mensenrechtenverdragen. Daarin is vastgelegd dat iedereen de vrijheid heeft om zowel individueel als in groepsverband een godsdienst of levensovertuiging te hebben en te belijden of te manifesteren. Dit vrijheidsrecht getuigt van een mondiaal diepgewortelde overtuiging dat dit recht verdient te worden gerespecteerd, beschermd en bevorderd, zonder daarbij onderscheid te maken. Reden waarom mensen het recht hebben om bijvoorbeeld op straat te lopen met keppel, habijt, hoofddoek of nikab. Zou de VVD-leider hier dan zelfs het dragen van de keppel willen verbieden of alleen de uitingen die uitdrukking geven aan de islam, vergelijkbaar met coalitiegenoot de PVV? In de derde plaats dient de bescherming van geloofsvrijheid niet alleen het intrinsieke belang van ieders menselijke waardigheid, maar ook het praktisch maatschappelijk belang. Religie motiveert miljoenen Nederlanders om zich maatschappelijk of politiek te engageren, scholen te stichten, hulp- en zorgorganisaties op te zetten, om te zien naar hun naasten, zich in te zetten voor vrede en verdraagzaamheid. Het verwondert daarom niet dat er talrijke contacten zijn tussen (lokale) bestuurders, kerkgenootschappen en (andere) religieuze organisaties ten dienste van het algemeen belang, hoewel de relatie met moskeekoepels danig op de proef is gesteld vanwege heimelijke moskeebezoeken door de overheid. Behalve het intrinsiek en maatschappelijke belang is de religievrijheid verder ook van internationaal belang. Daarom behoort deze vrijheid al jarenlang tot de beleidsprioriteiten van Buitenlandse Zaken, dat nota bene een Speciaal Gezant godsdienstvrijheid kent om deze prioriteit internationaal kracht bij te zetten. Binnen de VN rapporteert Speciaal rapporteur Nazila Ghanea herhaaldelijk over hoe de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging de voorwaarden en motivaties schept voor het ontstaan van vrede en versterking van conflictpreventie, vredestichting en vredesopbouw.
Het is verontrustend dat de voormalige Minister voor Eredienst tot haar oproep voor religie achter de voordeur komt en dat van haar Justitie- en Eredienstopvolger Van Weel (VVD) geen merkbaar tegengeluid wordt vernomen op dit vlak. Het siert de politica dat ook zij geweld en intolerantie wil aanpakken, maar niet door Grondwet, verdragen en tolerantie te veronachtzamen.
Reacties