Slotakte in Afghanistan
Wat ik vreesde in mijn stukje van april jongstleden is dus uitgekomen. is dus uitgekomen. De ineenstorting van de Afghaanse regering en leger en de razendsnelle overname door de Taliban zijn een feit. Vergelijkingen met de ineenstorting van de regering van Zuid-Vietnam en het panische vertrek van de Amerikanen uit Saigon zijn absoluut op zijn plaats. Het Westen gaat er weer vandoor met de staart tussen de benen en laat de lokale bevolking aan zijn lot over, vooral degenen die met de Westerse machten en door hen in het zadel geholpen Afghaanse regering hebben samengewerkt. Voor de oplettende en wat meer ervaren buitenland-deskundigen onder ons, was dit geen verrassing. De ineenstorting van het Afghaanse leger was al zichtbaar in het voorjaar en ook de stormachtige opmars van de taliban stad na stad, provincie na provincie, soms zonder slag of stoot, was duidelijk te volgen.
Kunnen ze in Den Haag nog voor zichzelf nadenken?
Nu blijkt dat de Amerikanen, Fransen en Britten de val van Afghanistan al maanden geleden zagen aankomen en stilletjes voorbereidingen hebben getroffen om hun landgenoten te evacueren. Zo niet de Nederlandse regering die volhoudt volledig verrast te zijn door de snelle ontwikkelingen en nu boos is op de bondgenoten omdat ze hun informatie en plannen niet hebben gedeeld. Eigenlijk zegt men: het is hun schuld dat 700 Nederlandse staatsburgers en Afghaanse werknemers van de Nederlandse overheid, het land niet uit kunnen.
Dat is mij veel te gemakkelijk. Wat ik zie is een politiek-ambtelijke elite in Den Haag die keer op keer niet in staat is om op crisissituaties adequaat te reageren. Wie kan zich het drama in Srebrenica nog herinneren waar de Nederlandse regering zich ook verschool achter de VN, die het commando voerde over alle peacekeeping operaties en “safe havens” in Bosnië, waardoor Nederlandse F-16’s in Italië het Nederlandse licht bewapende bataljon niet mochten bijstaan toen ze onder de voet werden gelopen door de Bosnische Serviërs? Dat had je de Fransen of de Engelsen moeten vertellen.
Ik heb zelf ervaren hoe nalatig en ronduit amateuristisch het Ministerie van Buitenlandse Zaken was in de DRC. Ik was daar een groot deel van de tijd zaakgelastigde in de periode 2006-2008. Ik was ook verantwoordelijk voor de veiligheid van de Ambassade, haar personeel (uitgezonden Nederlanders en lokale medewerkers) en de Nederlandse gemeenschap die zo’n 300 zielen telde. Toen ik aankwam bleek dat het veiligheids- en evacuatie protocol al jaren niet was bijgehouden en de ene rubberboot die al die mensen over de uitgestrekte Congo rivier had moeten brengen lek was. De gepantserde Mercedes die ons in staat had moeten stellen, mensen in de stad op te halen wanneer hun veiligheid in het geding was, stond vrijwel permanent in de garage elders in de stad, want de motor kon kennelijk het zware chassis niet aan. De verzamel plaats voor eventuele evacuatie was de residentie van de Ambassadeur, naast de Ambassade, maar die was slechts beveiligd door twee particuliere, ongewapende wachten. Ik zie ze nog voorovergebogen trillen als een rietje toen de gevechten in Kinshasa uitbraken tussen het leger van President Kabila en de militie van Jean-Pierre Bemba. Andere Europese Ambassades hadden in die periode gewapende teams uit eigen land, maar daar zag het Ministerie de noodzaak niet van in. De lokale Heineken brouwerij zag dat anders en had wel bewapende beveiliging onder leiding van Nederlandse ex-militairen. Ik heb toen al gepleit voor een militair evacuatieplan dat ervan uit ging dat we Nederlanders in de stad, temidden van chaos en wapengeweld, zouden moeten ophalen. Ik moet zeggen dat Het Ministerie van Defensie daarin zeer behulpzaam was en een team van commando’s stuurde die het plan in kaart brachten. Die kwamen nota bene uit Afghanistan en waren zich duidelijk bewust van de noodzaak. We hebben ook andere improviserende maatregelen genomen om enigszins de veiligheid van Nederlanders in de residentie te kunnen waarborgen, wat bij het Ministerie slecht viel aangezien er geen voorafgaande toestemming voor was verleend. Het onderliggende vraagstuk van onverantwoordelijke nalatigheid werd onder het tapijt geveegd.
Mijns inziens is de aarzelende en zoals nu blijkt, te late evacuatie van Nederlanders en Afghanen uit Kaboel, een gevolg van de politieke cultuur In Nederland die alles vooraf wil regelen tot het laatste detail, met iedereen uitgebreid overlegt en afstemt, voordat er actie wordt ondernomen. Hierbij wordt het besluitvormingsproces, het middel, nogal eens verward met het doel, de evacuatie. “We doen er alles aan” is op die manier verenigbaar met het uiteindelijk zenden van een transportvliegtuig, een dag nadat Kaboel is gevallen. Zo ontstaan er twee realiteiten: aan de ene kant drie bewindslieden in de Kamer (Kaag van Buitenlandse Zaken, Bijleveld van Defensie en Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid ) die tot enkele dagen voor de val van Kaboel nog volharden in de noodzaak tot zorgvuldige afweging en procedures voor de toelating van Afghanen, en aan de andere kant, de triomfantelijke, bebaarde mannen met Kalashnikovs in de straten van Kaboel. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is slechts een reflectie van dit typisch Nederlandse gepolder, maar het blijft wrang dat uitgerekend dat ministerie zo wereldvreemd overkomt.
Is de ellende nu voorbij?
Ik denk het niet. We staan aan het begin van een moorddadige, nieuwe fase in het conflict waarin de Taliban hun brute macht over het land gaan uitoefenen. Alhoewel ik geen expert ben in Islamitisch fundamentalisme, dunkt het mij dat de Taliban niet zoveel verschillen van IS of Al-Qaida in hun niets ontziende, totalitaire en absolute ideologie. De pogingen om salonfähig te zijn voor de internationale gemeenschap door welbespraakte woordvoerders naar voren te schuiven die gematigde woorden spreken, overtuigen mij niet.
De prijs die het Westen zal moeten betalen voor dit dramatische fiasco is nog niet goed in te schatten, maar het staat vast dat die aanzienlijk is en zich in toenemende mate zal doen gevoelen. Het is niet ondenkbaar dat de Taliban, nadat ze Afghanistan hebben gepacificeerd (lees; iedere tegenstand de kop hebben ingedrukt), zich gaan richten op het buitenland. Want dat hebben al die absolute ideologieën ook met elkaar gemeen; de zendingsdrang om niet-gelovigen tot de enige waarheid te bekeren. Buurlanden als China met een grote Oeigoerse, islamistische minderheid kunnen hun borst nat maken. Andere, extremistische organisaties voelen zich wellicht ook aangemoedigd om de strijd voort te zetten. Maar ook het Westen moet oppassen. De Taliban hebben nog een appeltje met ons te schillen en niets let hen om hun totaal verwoeste economie op te bouwen met de inkomsten uit exponentieel stijgende export van opium.
Maar wat nog erger is, is het verlies van de “Moral High Ground”. Die was al flink ondermijnd door de Iraakse vluchtelingencrisis en President Trump die niet aarzelde om de Koerden in de steek te laten toen de klus tegen IS in Irak en Syrië was geklaard. Dat het Westen een onbetrouwbare partner is, hoef je de Palestijnen ook niet uit te leggen. Macht is vooral een kwestie van perceptie. Zij is het grootst als je ze nooit hoeft uit te oefenen en iedereen toch doet wat je wil, maar als eenmaal blijkt dat de keizer geen kleren aan heeft, geen morele en politieke superioriteit bezit, dan keert macht zich tegen je. Dit heeft een enorm “ripple effect” in de internationale politiek. Autocraten als Poetin en Erdogan dagen het Westen steeds meer uit en ook China zou wel eens de kans schoon kunnen zien om nu echt werk te maken van de inlijving van Taiwan. Westerse waarden op het gebied van democratie, rechtsstaat en mensenrechten zullen steeds vaker worden verworpen als hypocriet en irrelevant. De grip op het Midden-Oosten is het Westen al kwijt. Het nieuwe slagveld voor deze “clash of civilizations” wordt nu Afrika, zo voorspel ik. Ik ben niet gerust over de afloop, al helemaal niet als we het aan de Nederlandse politieke elite over laten.
Reacties