Staatsrechtconferentie #5: De rechtsstaat, een rustig bezit?
Staatsrechtconferentie 2023 workshop III: De staat van de rechter
Op het moment van het schrijven van dit blog zijn de Poolse verkiezingen net achter de rug. Met een uitslag die wij, de Europese rechters, niet hadden durven dromen. De blijdschap is groot, want na nog 4 jaar PiS in de regering zou er van de rechtsstaat niets meer over zijn. Met rechters uit 23 landen steunden wij onze Poolse collega’s de afgelopen jaren. Met het lopen van de ‘March of a thousand robes’, en met het starten door Rechters voor Rechters van een procedure tegen de Raad van Ministers van de EU. De Raad keurde kort gezegd goed dat de Poolse regering afweek van de eisen die het Hof in Luxemburg alsook in Straatsburg in vele uitspraken stelde aan het herstel van de rechtsstaat aldaar.
Waarom deden wij dat? Niet alleen omdat wij ons verwant voelen, maar omdat de afbraak van de rechtsstaat in een land waarmee wij in de EU zitten ons raakt. Wij zijn allen verbonden door het verdrag waarmee wij de afspraak maakten dat wij een rechtsstaat zullen waarborgen. En wij zijn ook allemaal Europese rechters. Wij passen het Europese recht toe en wij moeten erop kunnen vertrouwen dat de andere landen net als wij een onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak hebben. Dat wederzijdse vertrouwen is onze basis. Maar ook dat uitspraken van het Hof worden nageleefd. Als je toestaat dat dit niet gebeurt, ondermijn je het Europese rechtssysteem. Andere landen kunnen daar dan een voorbeeld aan nemen. Herstel van de rechtsstaat is nu het belangrijkste doel, zo sprak Adam Bodnar, de voormalige ombudsman in Polen die zijn taken niet langer mocht uitoefenen. Door de ontstane schade zal dit nog wel even duren trouwens.
Daar waar in Polen de rechtsstaat ondermijnd werd, zo moet die in OekraÏne worden opgebouwd. De Nederlandse rechtspraak helpt daarbij. Ook hier de vraag: waarom? Omdat het ook in ons belang is dat wij worden omringd door landen met een rechtsstaat. De buurman laat zien wat er kan gebeuren als dat niet het geval is. Onze Oekraïnse collega’s vroegen om steun en sinds 2018 werken wij met hen aan onderwerpen als integriteit, communicatie en procesreglementen.
Nu is het zo dat Oekraïne qua wetgeving en instanties best een onafhankelijke rechtspraak lijkt te bieden. Hoe komt het dat dat toch onvoldoende het geval is? Wat direct opkomt is de mate van corruptie in de rechtspraak. Nu valt niet te ontkennen dat die er is. Komend uit de Sovjetcultuur waar van boven werd gezegd hoe de uitspraak moest uitvallen, valt het niet mee om betaalde rechters om te turnen in een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht. Rechters zijn nu misschien onafhankelijk, maar voelen zich dat vaak niet.
Wat daarbij een grote rol speelt is het gebrek aan vertrouwen in elkaar. Voor het verbeteren van de rechtspraak en het uitbannen van corruptie heb je collectiviteit nodig. In je eentje kun je proberen integer te zijn, maar als je hele omgeving tegenwerkt kom je niet vooruit. Het ontbreken van steun maar vooral ook een gedeeld waardenpatroon speelt hier de collega’s parten. En voor het ontwikkelen van normen en waarden heb je elkaar wel nodig. Maar als je elkaar niet kent en wantrouwt gaat dat niet.
Er worden allerlei beschuldigingen over elkaar in de media geparachuteerd, media die vaak een band hebben met gevestigde belangen. Er wordt gedreigd met strafaanklachten en met disciplinaire maatregelen door de spelers in de rechtspraak zoals de advocatuur, het OM maar ook NGO’s. Aldus ontstaat er een situatie waarin niemand meer weet wat hij moet geloven, en vertrouwt men dus ook niet op elkaar. Veel fake news zorgt voor ondermijning van het vertrouwen.
Instituties worden op dit moment hervormd en versterkt met buitenlandse experts. De benoeming van rechters moet goed gebeuren, dat is de basis. Maar ook het opleggen van disciplinaire maatregelen moet zorgvuldig gebeuren. Anders kun je elkaar blijven bedreigen en wek je vrees bij rechters die niet meer durven doen wat er nodig is. Maar wat vooral nodig is, is een verandering in mindset en gedrag op de werkvloer. Zodat de maatschappij weer vertrouwen kan krijgen in de rechtspraak. Dat is nodig in de vorm van normen en waarden, richtlijnen voor integriteit, procesreglementen, dit alles als een belofte naar de samenleving over wat men kan verwachten bij de gerechten. Dat doe je met elkaar. Er is een sterke civil society in Oekraïne, die kritisch is en veel voor het voetlicht brengt. En dit gaat niet zonder met elkaar samen te werken. Dat is wat wij als Nederlandse rechtspraak proberen te laten zien. En dat werkt. Collega’s zien wat je in de praktijk kunt bereiken als je bereid bent je krachten te bundelen. Dat deden de Polen dus heel goed. Daarom waren zij in staat om internationaal publiciteit en steun te genereren.
Wat betekent dit nu voor Nederland? Voor ons is het belangrijk om te blijven beseffen dat wij als rechtspraak eenheid moeten uitstralen – wat niet betekent dat we niet van mening mogen verschillen, maar dat we ervoor waken ons tegen elkaar te laten uitspelen bij kritiek vanuit de politiek of de media. En dat we duidelijk maken wat onze rol is, en waar onze principes liggen.
Reacties