Verkiezingsblog 2023 #7: Migratie in de verkiezingsprogramma’s 2023: heet hangijzer of bedenking achteraf?
Migratie is altijd een contentieus onderwerp, al helemaal in verkiezingstijden, en nog meer in deze verkiezingstijden. De val van het kabinet in juli 2023 werd immers ingegeven door een migratierechtelijk thema, meer bepaald het voorstel van de VVD om een tweestatusstelsel in te voeren in het asielrecht. Daarover ontstond dermate grote onenigheid tussen D66, CDA, CU en VVD dat het kabinet klapte, wat aanleiding heeft gegeven tot de verkiezingen van november 2023. In aanloop naar die verkiezingen, ben ik op vraag van de redactie van Nederland Rechtsstaat de migratierechtelijke paragrafen van de verkiezingsprogramma’s ingedoken.
Om het voor u als lezer nog enigszins behapbaar te houden, heb ik in deze blog een selectie doorgevoerd. In tegenstelling tot mijn blog over de verkiezingsprogramma’s van 2021 – voor wie het even was vergeten, zo kortgeleden was er nog een stembusgang, maar wat is het politieke landschap in de tussentijd veranderd! – ga ik hier niet in op de gemeenschappelijke delers en de terugkerende thema’s (zie daarvoor Verblijfsblog). In deze blog ga ik wel in op wat mij, per partij, is opgevallen aan de verkiezingsprogramma’s. Dat doe ik op basis van geheel aan mijn nieuwsgierigheid toe te schrijven criteria, wat me ertoe leidt om de volgende partijen te bespreken: de VVD, die een speerpunt maakte van het twee statusstelsel, wat leidde tot de val van het kabinet; GL/PvdA, de nieuwe samenwerking die naar verwachting het grootste linkse blok zal uitmaken; en tot slot NSC en BBB, die naar verwachting erg succesvolle nieuwkomers worden bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.
BBB
Om met die laatste te beginnen: halsreikend hebben we allen uitgekeken naar de verkiezingsprogramma’s van met name de nieuwe partijen die, als we de peilingen mogen geloven, hoge ogen zullen gooien. Het verkiezingsprogramma van BoerBurgerBeweging heb ik als eerste doorgebladerd en in algemene zin valt het me op dat de standpunten over migratie een beetje kort worden geformuleerd. Te kort, naar mijn idee, zodat de standpunten van BBB soms innerlijk tegenstrijdig zijn, of in ieder geval die indruk wekken.
Zo wordt enerzijds gesteld dat de BBB bij machtsdeelname sterker zou inzetten op de naleving van de Dublinverordening. Dit is de EU-Verordening die criteria stipuleert op basis waarvan wordt bepaald welke EU-lidstaat verantwoordelijk wordt voor de inhoudelijke beoordeling van een in Europa ingediend asielverzoek. Anderzijds stelt de BBB ook voor om met vooraf bepaalde quota te werken en, in geval van naderende overschrijding, het overtollige aantal asielzoekers ‘af te kopen’ bij de EU. Dat laatste is een voorstel waarover nu nog wordt onderhandeld door de EU-lidstaten. Zelfs al zou die mogelijkheid tot ‘afkopen’ er komen, zou dit betekenen dat het idee van BBB is dat de Dublincriteria alleen zouden gelden als dat in het voordeel van Nederland is. Dat zou ongetwijfeld stevige onderhandelingen teweegbrengen met de andere lidstaten, dus ik blader in het verkiezingsprogramma door naar het hoofdstuk over de Europese Unie, maar daar vind ik alleen standpunten over subsidiariteit en economie. Uit dat hoofdstuk blijkt een gewenste focus op subsidiariteit en het, in mijn eigen woorden, terug naar de basis gaan van de Europese Unie. Het wordt me niet duidelijk hoe die wens te rijmen valt met BBB’s wens om Frontex, het EU-grensbewakingsagentschap, meer bevoegdheden te geven en het personeel te vertienvoudigen. Dergelijke voorbeelden laten zien dat de migratiegerelateerde standpunten van BBB innerlijk tegenstrijdig zijn, dan wel ogenschijnlijk inconsistent vanwege een zekere ongenuanceerdheid.
Wellicht heeft dat ermee te maken dat deze partij niet bepaald werd opgericht met als doel om het migratiebeleid aan te kaarten. Hoewel Caroline van der Plas zich in de media al wel eens heeft uitgelaten over de opvang van asielzoekers, houdt dat nog niet in dat dat ook is waar de expertise van die partij ligt. Naar ik vermoed zien we dat terug in het verkiezingsprogramma. In ieder geval noteer ik hier dat BBB in haar migratiestandpunten af en toe helderheid mist.
NSC
Nog nieuwer dan de BBB is het Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt. Ook naar de migratiestandpunten van deze naar verwachting zeer populaire partij was ik erg benieuwd. Op 24 oktober 2023 werd het verkiezingsprogramma gepresenteerd, met een sterke focus op een nieuwe bestuurscultuur die moet leiden tot meer rechtsstatelijkheid in Nederland.
Gelet op de onderhandelingen die volgen na de verkiezingen, signaleer ik op basis van het verkiezingsprogramma drie migratiestandpunten: (1) NSC zal zich vrij negatief opstellen over studiemigratie en arbeidsmigratie, (2) NSC wil gaan werken met een richtgetal van 50.000 verblijfsvergunningen per jaar, en (3) NSC is voorstander van de hervorming van het asielstelsel naar een tweestatusstelsel (hierover meer bij de standpunten van de VVD). Met dat laatste standpunt doet NSC een handreiking naar de VVD.
NSC besteedt in haar verkiezingsprogramma expliciet aandacht aan reguliere migratie, meer bepaald studie- en arbeidsmigratie. Eveneens positief te noemen is de concrete aandacht voor het aanpakken van malafide uitzendconstructies. Maar op welke manier NSC concreet invulling zou willen geven aan beleid over arbeids- en studiemigratie, wordt me nog niet helemaal duidelijk. Het richtgetal van 50.000 migranten per jaar is namelijk niet in overeenstemming met het aantal arbeidskrachten van buiten de EU die nu jaarlijks in Nederland worden tewerkgesteld. In 2022 werden in totaal 137.440 verblijfsvergunningen verleend. Aan de groep arbeidsmigranten alleen al werden ruim 32.000 vergunningen verleend, dus gezinsherenigings- of asielvergunningen niet meegerekend, en ook het aantal EU-burgers wordt bij die cijfers buiten beschouwing gelaten. Een dergelijk laag richtgetal zou dan ook alleen haalbaar zijn als er in bepaalde sectoren – denk aan de vleesindustrie of de tech-sector – hard wordt gesnoeid, met de nodige economische gevolgen. Hoe dergelijke gevolgen zouden worden opgevangen, blijkt niet uit het verkiezingsprogramma van Nieuw Sociaal Contract.
De prioriteiten van Omtzigt en de zijnen zullen ongetwijfeld nog blijken tijdens de onderhandelingen, maar voor nu weten we al wel: ook bij NSC vormt migratie niet het meest uitgewerkte standpunt van de partij.
VVD
Dat is op dit moment heel anders bij de VVD, die met haar migratiegerelateerde standpunten met de deur in huis valt. Ook zijn deze standpunten een stuk omvangrijker dan die van de hiervoor besproken partijen. Dat is niet verwonderlijk, nu de VVD er afgelopen zomer een punt van heeft gemaakt om een tweestatusstelsel in te voeren in het asielrecht.
Het tweestatusstelsel blijft een belangrijk punt in het VVD-programma. Op dit moment is er een éénstatusstelsel, waarin één type asielvergunning wordt verleend aan mensen die internationale bescherming behoeven. In een tweestatusstels zou een onderscheid worden gemaakt tussen mensen die bescherming nodig hebben vanwege individuele vervolging in het land van herkomst, bijvoorbeeld omdat ze LHBTI+ zijn (zij krijgen een vluchtelingenstatus), en mensen die bescherming nodig hebben vanwege de algemene veiligheidssituatie in het land van herkomst (zogenoemde ‘oorlogsvluchtelingen’, zij krijgen subsidiaire bescherming). Op basis van de EU-Kwalificatierichtlijn is dit toegestaan. VVD tovert het tweestatusstelsel uit de hoge hoed om het aantal asielvergunningen terug te dringen. Nog afgezien van de vraag of dit het enige doel moet zijn van asielbeleid, vraag ik me af of een tweestatusstelsel daadwerkelijk zou leiden tot een daling in de cijfers. In de EU-lidstaten waar gebruik wordt gemaakt van een tweestatusstelsel, waaronder Duitsland en België, zien we geen afname in de cijfers. In bijvoorbeeld Duitsland wordt nu juist nagedacht over het invoeren van een éénstatusstelsel, omdat dat voordelen met zich meebrengt voor de rechtspraktijk: de beoordeling voor de beslisautoriteiten wordt simpeler en er wordt minder doorgeprocedeerd. Het voorstel om een tweestatusstelsel in te voeren doet mij dan ook symbolisch aan.
Ook blijft de vraag wat het invoeren van een tweestatusstelsel in Nederland precies zou betekenen. VVD heeft het over ‘een wachttijd voordat gezinsleden kunnen overkomen, met daarnaast eisen aan bijvoorbeeld woonruimte, inkomsten, ziektekosten en inburgering, en een maximum voor het aantal per maand […], verschillen in reisdocumenten, sociale voorzieningen, en integratievoorzieningen’. Dat blijft nog vrij vaag, maar duidt er wel op dat subsidiair beschermden in de wachtkamer zouden worden geplaatst. Dat komt de integratie van nieuwkomers in de Nederlandse maatschappij niet ten goede.
In het VVD-programma ligt de focus dus op asielzoekers, asielvergunningen en de opvang van asielzoekers. In 2022 maakte het aandeel van asielvergunningen echter 22 % uit van het totaal aantal verleende verblijfsvergunningen. Arbeids- en studiemigratie en integratie worden in het VVD-programma kort uitgewerkt in vergelijking met de standpunten over asiel. Wellicht zit op die onderwerpen ruimte voor onderhandelingen, terwijl VVD zich wellicht als rechtse hardliner wil profileren over asiel.
GL/PvdA
In tegenstelling tot VVD heeft het nieuwe samenwerkingsverbond tussen GroenLinks en PvdA ervoor gekozen om migratie deze verkiezingen niet in de schijnwerpers te plaatsen, maar op te nemen als onderdeel van het hoofdstuk over ‘een sterk Europa in een veilige wereld’. De voornaamste standpunten vat ik kort samen als (1) meer grip op arbeidsmigratie, waarbij net zoals door NSC aandacht wordt besteed aan de aanpak van malafide uitzendbureaus, (2) investeringen in de Immigratie- en Naturalisatiedienst, met name om vertragingen in de asielprocedures op te lossen, (3) meer Europa én meer menselijkheid in het asielbeleid, en (4) opvang in de regio. Dat laatste zagen we ook in 2021 in verschillende verkiezingsprogramma’s, maar niet in dat van GL. Dat is vermoedelijk het water dat GL bij de rode wijn heeft moeten doen. Migratie is, hoewel een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van zowel GL als PvdA, een goed voorbeeld van een onderwerp waarop de twee linkse partijen op sommige punten van mening verschillen.
Migratie als heet hangijzer of als bedenking achteraf?
Bij het lezen van de migratiegerelateerde standpunten van BBB, NSC, VVD en GL/PvdA vallen een paar dingen op. Ten eerste heeft de overgrote meerderheid van de partijstandpunten betrekking op asiel, met andere woorden de internationale bescherming die wordt geboden aan mensen die persoonlijk worden vervolgd of afkomstig zijn uit een land waar er bijvoorbeeld een (burger)oorlog gaande is. Reguliere migratie, waaronder arbeidsmigratie, vormt in de verkiezingsprogramma’s een ondergeschoven kindje. Hoewel deze vormen van migratie in verschillende programma’s wel worden aangestipt, worden die voorstellen minder uitgewerkt dan de voorstellen over asiel, terwijl reguliere migratie de hoofdmoot uitmaakt van migratie naar Nederland. Bovendien bevinden de fundamentele vraagstukken over hoe de toekomst eruit komt te zien zich tenminste deels in het reguliere migratierecht. De Adviesraad Migratie heeft onder meer aanbevolen om na te denken over de samenhang tussen arbeidsmigratie en het arbeidsmarktbeleid (wil Nederland inzetten op sectoren die sterk afhankelijk zijn van arbeidsmigranten?), de personeelstekorten in onder meer de zorg, de arbeidsomstandigheden van migranten, een focus op een brede welvaart in plaats van louter economische groei, en de vraag hoe om te gaan met de verwachting dat het aanbod van EU-arbeidsmigranten gaat afnemen als gevolg van afnemende welvaartsverschillen tussen de EU-lidstaten. Dat hier zo weinig aandacht aan wordt besteed, is een euvel in vele verkiezingsprogramma’s.
Ten tweede tekenen de lijnen zich al duidelijk af wat betreft het tweestatusstelsel: de rechterzijde is voor, de linkerzijde is tegen. Toch vraag ik me af of de soep echt zo heet gegeten zal worden. Het kabinet is hierover dan wel gevallen, maar ik mag toch hopen dat dit specifieke voorstel tot hervorming van het asielstelsel, dat ik hiervoor als symbolisch duidde, de vorming van een nieuw kabinet niet in de weg zal staan.
Tot slot valt het op dat waar de ene partij migratie prominent naar voren schuift, de andere partij migratie juist wat meer uit de schijnwerpers wil houden, of er in ieder geval geen uitgebreid uitgewerkte standpunten over heeft opgenomen in zijn verkiezingsprogramma. Voor de ene is migratie een heet hangijzer, terwijl het voor de andere een bedenking achteraf leek bij het schrijven van het verkiezingsprogramma. Dat doet echter niet af aan wat voor migratie (als onderwerp in het algemeen) altijd lijkt te gelden: dat het een contentieus onderwerp wordt bij de regeringsonderhandelingen.
Reacties