Vrouw en rechtsstaat #5: Financiële risico’s bij mantelzorg: eigen verantwoordelijkheid of overheidszaak?
Druk op mantelzorgers
De financiële en personele houdbaarheid van het Nederlandse zorgstelsel staat onder druk, mede vanwege de vergrijzing van de Nederlandse bevolking en het toenemende aantal mensen dat afhankelijk is van zorg en ondersteuning. Het zorgbeleid van de overheid zet daarom in op (meer) mantelzorg als oplossingsrichting. De gedachte is dat kosten bespaard worden wanneer zorgbehoevenden langer zelfstandig thuis wonen met ondersteuning van hun sociale netwerk. Dit beroep op burgers om mantelzorg te verlenen is niet zonder problemen. Niet alle naasten zijn beschikbaar voor zorg, er zijn mogelijk te weinig mantelzorgers in de toekomst en mantelzorgverlening kent risico’s. Het gaat om financiële risico’s vanwege concessies op betaalde arbeid en om fysieke en/of mentale overbelasting als gevolg van de zorg. Daar komt bij dat vrouwen naar verwachting meer dan mannen met deze risico’s te maken krijgen, omdat vrouwen het leeuwendeel van de (langdurige en intensieve mantel)zorgtaken op zich nemen. Dat roept de vraag op in hoeverre mantelzorgers, en vrouwen in het bijzonder, tegen deze risico’s worden beschermd?
Promotieonderzoek
Deze vraag kwam aan de orde in mijn promotieonderzoek dat ik in maart 2024 verdedigde. Kort gezegd onderzocht ik hoe beleid en regelgeving mantelzorg benaderen en in hoeverre mantelzorg door het beleid en de regelgeving wordt bevorderd. Dat wil zeggen dat het burgers de ruimte geeft om mantelzorg te kunnen verlenen en hen voldoende beschermt tegen de risico’s van zorgverlening. De conclusie van mijn onderzoek is dat er een aantal grote verbeterpunten bestaat in de manier waarop mantelzorg nu in Nederland geregeld is. In deze blog wil ik één punt uitlichten, namelijk de manier waarop beleid en regelgeving omgaan met financiële risico’s bij mantelzorg. Ik zou willen pleiten voor meer aandacht voor deze risico’s, omdat beleid en regelgeving anders onvoldoende aansluiten bij de realiteit.
Aandacht voor mantelzorg
De aandacht voor mantelzorg in algemene zin is in overheidsbeleid volop aanwezig. Dat blijkt alleen al uit de actieprogramma’s op dit thema die in de afgelopen jaren als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten. Denk aan de ‘Denktank Ont-Regel de Mantelzorg’, ‘Langer Thuis’ (onderdeel van het Pact voor de Ouderenzorg), ‘Samen Sterk voor Mantelzorg’ en ‘De Mantelzorgagenda 2023-2026’. Het beleid laat zich niet in enkele zinnen samenvatten, maar – in eigen woorden van de overheid – komt het er in de kern op neer dat ‘een mantelzorgvriendelijke samenleving’ nagestreefd wordt. Met name op het gebied van de ondersteuning van (dreigend) overbelaste mantelzorgers, dragen de decentrale overheden via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 grote verantwoordelijkheid. Daarover valt van alles te zeggen en op te merken, zoals de vraag in hoeverre de verschillen in het ondersteuningsaanbod tussen gemeenten rechtvaardig zijn en de vraag of voor de burger voldoende helder is wat hij of zij van de gemeente kan verwachten? Voor die kwesties verwijs ik naar het proefschrift.
Financiële risico’s en de genderdimensie
Het verlenen van zorg kan economische gevolgen hebben. Bijvoorbeeld omdat extra kosten gemaakt worden of omdat inkomen wordt gederfd. Op dat laatste ligt hier de focus. Mantelzorg en arbeid zijn concurrerende activiteiten en sommige mantelzorgers doen concessies op betaalde arbeid om meer zorg te kunnen verlenen. Die concessies kunnen bestaan uit stoppen met werken, minder werken, onbetaald verlof opnemen, afzien van een promotie, in deeltijd blijven werken of niet werken als gevolg van zorgtaken. Dat raakt niet alleen het inkomen, maar ook de pensioenopbouw. Deze economische gevolgen van zorg kennen een genderdimensie. (Mantel)zorgtaken zijn niet gelijk over mannen en vrouwen verdeeld, zo blijkt onder andere uit de meest recente Emancipatiemonitor. Vrouwen werken bijvoorbeeld meer dan mannen in deeltijd, waarbij mantelzorg een factor is, en zij verlenen vaker langdurige zorg. Dat hindert hun arbeidsparticipatie met alle financiële gevolgen van dien, hetgeen ook indruist tegen de doelstellingen van het emancipatiebeleid van de overheid.
Eigen verantwoordelijkheid
Aan deze problematiek wordt in het mantelzorgbeleid (onterecht) weinig aandacht geschonken. Exemplarisch is de recente hoofdlijnenbrief over de speerpunten van het huidige kabinet op onder andere het thema mantelzorg, worden financiële risico’s en genderongelijkheid niet genoemd. Als deze punten in beleid al aan de orde komen, wordt voornamelijk gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van mantelzorgers, en in het bijzonder vrouwen, om zichzelf voldoende te beschermen tegen financiële risico’s. Geen concessies op betaalde arbeid is het adagium, waarbij wordt verwezen naar de mogelijkheden om arbeid en zorg met elkaar te combineren en de taak van werkgevers om ‘mantelzorgvriendelijk’ te zijn. Dat beleid is goed te verklaren vanuit het flankerende arbeidsmarktbeleid, dat juist de arbeidsparticipatie van vrouwen wil vergroten, en vanuit de bezuinigingsopgave waar de overheid voor staat.
De publiekrechtelijke regelgeving weerspiegelt dit beleid: mantelzorgers worden maar in beperkte mate tegen financiële risico’s beschermd door de overheid. Voor zeer korte tijd kan verlof van werk worden doorbetaald en in sommige gevallen kan mantelzorg betaald worden uit een persoonsgebonden budget. Daarnaast zijn er voor specifieke kleine (en naar het lijkt arbitrair gekozen) groepen, zoals mantelzorgers in de bijstand en herintreders tot de arbeidsmarkt die daarna opnieuw werkloos raken, bijzondere regelingen die in kleine financiële meevallers voorzien.
Meer bescherming geboden?
Een belangrijke vraag is of het beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de burger houdbaar is in tijden waarin zowel de beschikbaarheid van professionele zorg als die van mantelzorg onder druk staat. In mijn optiek in dat niet het geval. Een overheid die in grote mate op de burger leunt op het gebied van zorg, moet die burger wel voldoende in staat stellen om te kunnen zorgen. Dat vereist een debat over wat de burger nodig heeft en wie dan verantwoordelijkheid draagt. In welke mate mag een overheid (onbetaalde) mantelzorg verwachten? Welke risico’s zijn in dat verband geaccepteerd of rechtvaardig om bij de burger zelf te beleggen? En wanneer is overheidsbescherming op zijn plek en hoe zou die eruit kunnen zien? Het structureel wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de burger/vrouw, zonder debat over de fundamentele vraagstukken die aan die stelling ten grondslag liggen, sluit niet aan bij de maatschappelijke realiteit. Daarin raken vrouwen klem tussen verschillende opdrachten: meer werken en meer zorgen. Als de combinatiedruk tussen arbeid en zorg zo hoog wordt dat het leidt tot overbelasting en uitval, werkt beleid zelfs contraproductief omdat de burger dan niet werkt en niet zorgt (of zelf zorg nodig heeft). Het huidige mantelzorgbeleid is dus incompleet, doordat het niet alle risico’s van mantelzorgverlening voldoende doordenkt. Het zijn vaak vrouwen, die bij gebrek aan passende bescherming, de rekening van dit incomplete overheidsbeleid betalen.
Oproep
Om deze redenen zou ik de overheid willen oproepen om de blik op mantelzorg te verruimen en de financiële risico’s en de link met gendergelijkheid expliciet mee te nemen in beleid. Doordenk het langer betaalde zorgverlof, een mantelzorgbijslag als variant op de kinderbijslag, belastingtechnische voordelen voor mantelzorgers of uitbreiding van het persoonsgebonden budget. Hoewel het dure maatregelen zijn, leveren ze mogelijk ook een hoop op omdat mantelzorg als zorgbron en de financiële positie van vrouwen wordt versterkt.
Reacties