Vrouw en rechtsstaat #6: Ontslagen omdat je zwanger bent. Een pleidooi voor échte democratische vertegenwoordiging
Op 30 september 2024 ontving ik, hoogzwanger, bericht van de Commissaris van de Koning in Zuid-Holland. Het bericht betrof zijn officiële besluit om mij als Statenlid ontslag te verlenen vanwege mijn zwangerschap. Anderhalf jaar daarvoor was ik met trots geïnstalleerd als volksvertegenwoordiger namens GroenLinks-PvdA in de provincie waar ik geboren en getogen ben, maar daar kwam nu een einde aan.
Terug naar de jaren vijftig
Tijdelijk, dat wel. Een volksvertegenwoordiger die in verwachting is, kan tijdelijk ontslagen worden. In maart van dit jaar zal ik opnieuw aantreden als Statenlid, voorlopig geniet ik nog even van mijn prachtige dochter. Maar het is natuurlijk hoogst opmerkelijk dat een volksvertegenwoordiger alleen een beroep kan doen op een tijdelijk ontslag, omdat een moderne verlofregeling ontbreekt. Het combineren van een politieke functie met een baan en een privéleven brengt flinke uitdagingen met zich, weet ik uit ervaring. Die uitdagingen ga ik graag aan, want het volksvertegenwoordigerschap is een grote eer en verantwoordelijkheid. Maar dat ik ontslag moet nemen omdat er geen volwaardig zwangerschapsverlof bestaat, voelt alsof ik twee generaties terug in de tijd ga. Het roept pijnlijke herinneringen op aan de jaren vijftig, toen het de standaard was dat vrouwen bij huwelijk en zwangerschap werden ontslagen.
Destijds leidde dat ook tot felle discussie. Het was PvdA-Kamerlid Corry Tendeloo, jarenlange voorvechtster van gelijke rechten voor vrouwen, die uiteindelijk het gedwongen ontslag voor gehuwde vrouwelijke ambtenaren in 1955 met een motie wist af te schaffen. Haar argumentatie was zowel praktisch als principieel. Minder bedeelde gezinnen konden de arbeidsinkomsten van vrouwen goed gebruiken én vrouwen verdienden bovendien een volwaardige plaats in de samenleving. De motie-Tendeloo werd in de Tweede Kamer met een nipte meerderheid aangenomen: 46 Kamerleden – waaronder alle vrouwen – stemden voor, 44 tegen. Daarmee kwam aan de discriminerende ontslagregeling voor vrouwelijke werkneemsters een einde.
Ontslagen op grond van de Kieswet
Anno 2024 is de strijd voor de gelijke rechtspositie van vrouwen zelfs in het hart van de democratie echter nog niet gestreden. Want de verlofmogelijkheden voor de duizenden raads- en Statenleden die actief zijn in Nederland, schieten schromelijk tekort. In artikel 10 van de Kieswet is de procedure vastgelegd voor (deeltijd)volksvertegenwoordigers die wegens ziekte of zwangerschap en bevalling tijdelijk uit de running zijn. Een volksvertegenwoordiger kan tijdelijk ontslag aanvragen en vervangen worden, mits aan alle wettelijke voorwaarden wordt voldaan. Zo moet een verklaring van een arts of verloskundige worden overlegd, vindt het ontslag bij zwangerschap plaats ten minste zes en ten hoogste vier weken voor de uitgerekende datum en duurt de periode van het ontslag precies zestien weken.
Dat leidt tot wonderlijke praktijken. Zo ontstond er ophef over een Kamerlid dat niet kon worden vervangen, omdat zij binnen vier weken vóór haar bevallingsdatum werd geïnstalleerd als Kamerlid. Een raadslid dat zwanger was van een tweeling, kon niet (zoals gebruikelijk bij een meerlingzwangerschap) twintig weken met verlof. En voor volksvertegenwoordigers die tijdelijk terug willen treden vanwege bijvoorbeeld de adoptie van een kind, pleegouderschap of mantelzorg voor een familielid, is überhaupt niets geregeld.
Moderne verlofregeling broodnodig
Naar aanleiding van een eerdere hartenkreet van raadsleden om meer flexibiliteit en zeggenschap over de verlofmogelijkheden, heeft het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers in 2023 over deze kwestie advies uitgebracht aan het kabinet. Het Adviescollege concludeert dat modernisering van de verlofregeling broodnodig is. Kern van het advies is om meer flexibiliteit in de verlofduur te introduceren en de verlofvormen voor volksvertegenwoordigers uit te breiden door aan te sluiten bij de wetgeving die geldt voor gewone werknemers, namelijk de Wet arbeid en zorg. In de Wet arbeid en zorg zijn moderne verlofmogelijkheden geregeld die passen bij de hedendaagse maatschappij, zoals geboorte-, adoptie-, pleegouder- en langdurig zorgverlof.
Wetten in de weg en praktische bezwaren
Werk aan de winkel voor de politiek dus. Maar haast maakt het kabinet er niet mee, want een reactie op het advies aan de Tweede Kamer liet maar liefst een jaar op zich wachten. En toen in maart 2024 de langverwachte reactie kwam, was die teleurstellend. Hoewel het kabinet misschien mogelijkheden ziet om de ontslagduur te versoepelen, is het niet van plan de regeling te moderniseren. De huidige ontslagpraktijk blijft, en ruimte voor maatwerk komt er niet of nauwelijks.
Reden voor de terughoudendheid: wetten en praktische bezwaren staan in de weg. Er zijn ‘bepaalde constitutionele aspecten’ die ‘uitvoeringstechnisch’ complex zijn, aldus het kabinet. Zo zou het aantal volksvertegenwoordigers mogelijk boven het grondwettelijk vastgestelde aantal kunnen uitkomen. Zowel de volksvertegenwoordiger als haar vervanger verwerven namelijk tegelijkertijd een zogenoemde ‘kiesrechtelijke status’. Dit is een puur wetstechnisch probleem dat op te lossen is in de Grondwet zelf. Om de ontslagregeling (geregeld in artikel 57a en 129) te versoepelen, is grondwetswijziging toch al nodig. Nu is de Grondwet niet zomaar te wijzigen, en terecht. Maar dit raakt juist de kern van waar deze voor bedoeld is: het verankeren van democratische waarden, waaronder gendergelijkheid.
Bij het kabinet bestaat verder de vrees dat door het mogelijk maken van tijdelijke verloven mensen voortdurend zullen in- en uitvliegen, waarmee het aanzien van de politiek onder druk komt te staan. Daarmee wekt het kabinet de suggestie dat een volksvertegenwoordigend orgaan dankzij een moderne verlofregeling een soort duiventil zou worden. In de praktijk zie ik iets heel anders: juist het ontbreken van adequate verlofmogelijkheden belemmert een goede vervulling van het politieke ambt en zorgt voor onduidelijke situaties over de aan- en afwezigheid van volksvertegenwoordigers. Natuurlijk vraagt een verlofregeling ook om voorspelbaarheid, duidelijke voorwaarden en heldere afspraken, die juridisch zijn vastgelegd. Maar politiek is mensenwerk, een one size fits all oplossing past daar niet bij.
Tot slot voert het kabinet aan dat niet alleen zwangeren, maar ook langdurig zieken geen verlof maar ontslag wordt verleend. Dat het kabinet geen enkele notie geeft van de gevoeligheid die een ontslag van vrouwelijke volksvertegenwoordigers met zich meebrengt, getuigt van weinig historisch besef. En ook voor iemand die langdurig ziek is, stel ik mij zo voor, is het onprettig om juist in een kwetsbare periode een ontslagbrief op de mat te krijgen. Taal doet ertoe.
Geef échte vertegenwoordiging een kans
Het ontbreken van goede randvoorwaarden voor het politieke werk leidt tot serieuze problemen in onze democratie. Zorgwekkend veel raads- en Statenleden stellen zich door toenemende werk- en tijdsdruk en gebrekkige voorzieningen niet herkiesbaar na hun eerste termijn. Ook spelen (sociale) media een rol; zo zet seksistische berichtgeving en toenemende inmenging in de privélevens van politici een rem op de politieke ambitie van vrouwen. De obstakels voor vrouwen en minderheden leiden ertoe dat politiek nog steeds vooral een zaak is van witte, oudere mannen. Ondertussen is het vertrouwen in de politiek tanende, mede dankzij het gevoel bij veel Nederlanders dat politici niet goed weten wat er speelt en dat de politiek er niet voor hen is. Dit verontrustende beeld is aanleiding om er, juist nu, alles aan te doen de politiek aantrekkelijker te maken voor een brede groep mensen. Alleen door brede representatie komen alle maatschappelijke problemen en perspectieven op tafel bij het bepalen van de politieke agenda.
Onze volksvertegenwoordiging zou daarom een afspiegeling moeten zijn van de samenleving in al haar diversiteit. Elke Nederlander zou zich erin moeten herkennen. Dat is het uitgangspunt van onze democratie. Een ouderwetse en rigide ontslagregeling staat daaraan onnodig in de weg. Daarom een dringende oproep aan minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: moderniseer de verlofmogelijkheden van volksvertegenwoordigers. Geef échte vertegenwoordiging een kans.
Reacties